ANALYSE – Nederland kent talloze verenigingen die drijven op vrijwilligers. Denk aan de lokale voetbalvereniging.

Als een vrijwilliger veel tijd steekt in een club en hiervoor ook nog eens een ongebruikelijk hoge vergoeding ontvangt, kan deze samenwerking weleens worden aangeduid als arbeidsovereenkomst.

In een recente zaak stond de kantonrechter voor een interessante vraag. Was de voetbaltrainer die de D’tjes trainde een vrijwilliger of een werknemer van de voetbalvereniging?

De trainer werd op een gegeven moment aangesteld als Technisch Coördinator (TC) Onderbouw. Voor wat betreft zijn taken verwees de vereniging de trainer naar het Technisch Jeugdplan. Er was verder niets op papier gesteld. De trainer ontving een maandelijkse vergoeding van 550 euro.

Trainer bij voetbalvereniging: vrijwilliger of werknemer?

Het balletje kwam aan het rollen toen de vereniging per brief aangaf de functie van de trainer per direct werd stopgezet wegens een “onwerkbare situatie”. De trainer stelde zich op het standpunt dat zijn “contract” niet zomaar kon worden opgezegd. Hij deed een beroep op ontslagbescherming.

De vereniging meende dat er sprake was van een vrijwilligersovereenkomst en niet van een arbeidsovereenkomst.

De trainer verrichte gedurende ruim drie opeenvolgende maanden minstens twintig uren per maand werk, en was vaak wekelijks actief. Volgens het Burgerlijk Wetboek kan dan worden vermoed dat de werkzaamheden werden verricht krachtens een arbeidsovereenkomst.

Loon en gezagsverhouding

Uit de wettelijke definitie van arbeidsovereenkomst zijn drie essentiële zaken af te leiden. Er moet sprake zijn van persoonlijk verrichte arbeid, loon en een gezagsverhouding.

De vereniging voerde als verweer aan dat de essentialia van een arbeidsovereenkomst zouden ontbreken. Zo zou de trainer de werkzaamheden niet persoonlijk hoeven te verrichten en was geen sprake van een gezagsverhouding.

De rechter ging hier niet in mee. De trainer moest de werkzaamheden persoonlijk vervullen en kon zich niet zomaar laten vervangen door een ander.

De trainer was zelfs met veel bombarie aan de ouders gepresenteerd als de nieuwe TC Onderbouw. Bovendien was er wel degelijk een gezagsverhouding. De taken en werkzaamheden van de TC stonden beschreven in het Technisch Jeugdplan. Daar had de trainer zich aan te houden.

De vergoeding van 550 euro per maand die de trainer ontving, oversteeg ook ruim de gebruikelijke, fiscaal toegestane vrijwilligersvergoeding van  150 euro. Er was dus ook sprake van loon.

Conclusie van de rechter: de trainer verrichte zijn werk op basis van een arbeidsovereenkomst. De verenging had dus moeten opzeggen met inachtneming van de arbeidsrechtelijke opzegbepalingen.

Sander Schouten is advocaat arbeidsrecht en ondernemingsrecht bij AMS Advocaten.